Ventileren is nodig om geuren en vochtige lucht uit je woning te evacueren. Geuren en dampen zijn niet enkel onaangenaam (bijvoorbeeld: kookgeuren of de resterende geuren van het feestje de avond voordien…) maar dampen (kook- en douchedampen) kunnen bovendien schimmels doen ontstaan en zelfs je gebouw aantasten.
In de winter ventileren kost natuurlijk energie en centen. We vervangen immers de warme binnenlucht door koude buitenlucht die we terug moeten opwarmen. Het komt er dus op aan net genoeg te ventileren. Niet te weinig, maar ook niet teveel. Het streefdoel is op een gecontroleerde manier zo min mogelijk warmte verliezen, en zo mogelijks zelfs proberen warmte te recupereren aan de hand van een warmte-terugwin-installatie. Wist je dat tot 90% van de warmte uit de vervuilde lucht kan teruggewonnen worden?
Verplicht ventileren
In de EPB-regelgeving is het bij nieuwbouw verplicht te ventileren. In een (grote) verbouwing moeten de nodige toevoeropeningen voor luchttoevoer voorzien worden.
Goed ventileren doe je door de verse lucht via de droge ruimtes (woonkamer, slaapkamers) binnen te laten, de vervuilde lucht voer je via de vochtige ruimtes (keuken, badkamer, wasplaats) af. Tussen de droge en vochtige ruimtes moeten de nodige en geschikte doorvoeropeningen voorzien worden om de doorstroming van de lucht doorheen je woning mogelijk te maken.
Je kan ook gedeeltelijk of volledig mechanisch verluchten, maar de principes van toevoer, doorstroming en afvoer blijven hetzelfde. Op een volledig mechanische installatie kan een warmtewisselaar geplaatst worden zodat terugwinning van warmte of de uitwisseling van de warmte tussen de vervuilde lucht en de verse lucht mogelijk wordt.
Een volgende stap is luchtdicht bouwen als ultieme controle op het ventileren van je woning.