Niettegenstaande ons gematigd zeeklimaat heb je toch een verwarming nodig in de winter. Hoe beter je woning geïsoleerd is, hoe minder energie je nodig hebt om je woning warm te stoken. Er zijn veel manieren om je woning te verwarmen. Wij kiezen steeds een verwarming die bij je woning past en die bij voorkeur op een lage temperatuur werkt. Bedoeling moet zijn zuinig te verwarmen zonder het koud te hebben.
De mate waarmee zuinig omgesprongen wordt met energie door je verwarmingsinstallatie speelt een belangrijke rol in de EPB berekening, zonder dat de eigenlijke keuze van het toestel op zich aan normen gebonden is.
Voor zonnepanelen, zonnecollectoren en warmtepompen is in sommige situaties, én op bepaalde plaatsen, een vergunning of melding nodig. Bij gebruik van grondwater als warmtewinning is zelfs soms een heffing van toepassing.
Een centrale verwarming omvat steeds een warmteproducent (ketel of warmtepomp), een bediening of sturing en een aantal radiatoren, convectoren of een vloerverwarmingsleidingennet.
Gas of stookolie
De modernste ketels op gas of stookolie werken op lage temperaturen en halen daardoor een beter rendement dan oudere ketels. Condensatieketels, die nog restwarmte halen uit de rookgassen, halen nog grotere rendementen, zelfs boven de 100%.
Warmtepompen
Warmtepompen halen warmte uit de bodem, uit het grondwater of uit de buitenlucht. Warmtepompen werken als een omgekeerde koelkast: ze maken van water op relatief lage temperatuur, water van relatief hoge temperatuur (25 à 45°), of toch in geval voldoende warm om sanitair warmwater te produceren, of om een lagetemperatuursverwarming (vloerverwarming) op te laten functioneren in een goed geïsoleerd huis. Warmtepompen hebben wel energie nodig om te functioneren, maar de energievoorraad waaruit ze putten is gratis. Met elke benodigde kWh kan een warmtepomp een veelvoud aan kWh voortbrengen.
Welk type, aard en grootte van de ketel en van de verwarmingselementen speelt evenwel steeds een belangrijke rol. Correcte dimentionering blijft zeer belangrijk want overdimentionering betekent verbruik van te veel energie, en onderdimentionering leidt tot vermogenstekorten.
Een correct onderhoud speelt een even grote rol. Onderhoud is niet alleen een wettelijke periodieke verplichting, maar een slechte afstelling betekent gegarandeerd een meerverbruik of rendementsverlies.